Mijn vader, Robert van Cleemput, was filiaalhouder van het internationale transportbedrijf Reimann, Stok & Kerksen (RSK) aan de Dendermondse Steenweg 78 te Sint-Niklaas, België. Het is allemaal begonnen in 1954 toen een zekere meneer Harry langs kwam om te vragen of mijn vader goederen wilde opslaan in zijn paardenstalling (afspanning) die vroeger gebruikt werd voor het uitrusten van paarden, terwijl mijn moeder kamers verhuurde (Café-Hotel De Gouden Pluim in de Korte Hofstraat 7). Na onderhandelen heeft mijn vader toegezegd. In 1959 zijn we dan verhuisd naar de Dendermondse Steenweg. En zo was Depot RSK ontstaan te Sint-Niklaas, dat een opslagplaats werd voor transport naar Nederland en Duitsland. Mijn vader haalde dan goederen op (meestal tapijten, nylon kousen, kokosmatten, staalkabels en meubelbekleding) en deponeerde de goederen in zijn paardenstalling, die dan tweemaal in de week werd leeggehaald door de grote vrachtwagens van RSK Roosendaal. Het bedrijf was toen nog gevestigd in het centrum van Roosendaal. De naam van de straat is mij ontgaan (ik was toen nog maar zever jaar). De toenmalige bedrijfsleider van RSK Roosendaal was de heer Boontjer, later kwam de heer Bocx aan het roer en was het bedrijf aan de Smoorstraat 1 gevestigd.
Na mijn militaire dienst ben ik dan van 1965-1968 te werk gesteld als bijrijder in België in loonverband voor RSK Roosendaal. Mijn loon was in guldens en mijn ziekteverzekering zat in Breda. Mijn vader had het Waasland voor zijn rekening en ik reed mee met de bestuurders van RSK naar Oost- en West-Vlaanderen en soms ook naar Roubaix in Noord-Frankrijk.Toen mijn vader op rust ging, werd het filiaal opgedoekt en bleef alleen RSK De Pinte (Gent) en RSK Antwerpen (Falconplein) nog over.
Ik heb drie kleine foto’s uit 1962. Twee zijn er genomen tijdens het Bloemencorso te Sint-Niklaas waarbij propaganda wordt gemaakt voor de nieuwe route Scandinavië (oplegger nummer 2) en één met het personeel van La Lacellite (pvc buizen) te Doornik (voorwagen nummer 16). Nog een kleine anekdote, die voorwagen nummer 16 is later nog ontvreemd aan de grenspost te Nispen en later in delen teruggevonden door het uitlekken van de autoradio, die was aangekocht door de gemeentedienst Essen. Zo heeft men mij verteld.
Ook in de jaren 1961-1964 bracht ik soms als koerier kleine pakjes per bromfiets van Sint-Niklaas naar Berlaere (Zele). Op mijn bromfiets waren de letters en de rood-witte kleuren te vinden van RSK. Dit heeft de heer Kersken nog zelf waargenomen. In 1966 ben ik betrokken geweest bij een ongeval in De Pinte met een Bedford-vrachtwagen die volledig vernield was. De chauffeur is zes dagen in het hospitaal opgenomen geweest in Lokeren. Zijn naam is mij ontgaan, maar alles is goed afgelopen voor hem en mij.
Ik herinner me nog een zwaar ongeval van RSK in Lokeren, België in 1961. Dit gebeurde op een zeer gevaarlijk traject met een dubbele S-bocht en oude bomen langs de kant. Men noemde het de dodenbaan, omdat er op deze weg veel mensen om het leven zijn gekomen. De voorwagen (Berliet) was rijp voor de schroothoop. De aanhanger werd naar een parkeerplaats in Zeveneken (Lokeren) getakeld. In afwachting tot er versterking kwam uit Roosendaal hebben wij de vracht uit de voorwagen overgeladen in mijn vaders vrachtwagen. Dit gebeurde op de plaats van het ongeval onder toezicht van de Rijkswacht en de Douane, want de wagen was geladen voor het vliegveld Le Bourget in Frankrijk.
Na RSK ben ik in de bouw terecht gekomen en ben ik in die sector gebleven tot 2004. Chauffeur was natuurlijk mijn specialiteit en dan met name het uitzonderlijke vervoer met een lengte van dertig meter en meer. Ik was dus goed opgeleid bij RSK en ik moet zeggen dat het een mooie periode in mijn leven was.
Ik hoop dat deze herinnering een tipje van de sluier heeft opgelicht.
Samen beleven we meer
Reacties op dit verhaal