Oorlogsverhaal van Pater Alphons

Het verhaal

De Duitsers vermoeden dat de kloostergemeenschap schuilplaats biedt aan onderduikers. En dat klopt. Er zijn veel onderduikers in habijt vermomd, waaronder Joodse vluchtelingen en Engelse piloten. Daarom verordonneert de Gestapo op 14 januari 1943 dat de abdij wordt opgeheven. Alle goederen worden geconfisqueerd en het klooster wordt leeggeplunderd. Alleen de bibliotheek en studiezalen worden ontzien. De 120 monniken moeten direct vertrekken en hun toevlucht elders zoeken.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog kwamen dit soort plunderingen vaker voor. Ondanks alle dreigingen, stonden er ook veel Nederlandse verzetsstrijders klaar om zo nodig hun leven te geven zodat ze anderen konden helpen. Eén van die verzetsstrijders was Pater Alphons. Vanuit Roosendaal bracht hij individuele en in groepjes opererende verzetsmensen onder bij de Roosendaalse afdeling van de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (1943). Daar had hij samen met buurtgenoot Jan Maas de leiding.

De L.O.- beweging ontstond in Oost-Nederland en breidde zich uit o.a. via Den Haag naar Noord-Brabant, waaronder Roosendaal. Pater Alphons had contacten in heel Nederland, zoals in Den Haag, Rotterdam en Oost-Nederland, maar ook internationaal. Bijvoorbeeld met het Bureau Inlichtingen in Londen voor door de L.O. verstrekte informatie uit het hele land, en in Frankrijk met de voorbereiding van de invasie in Normandië. In België had hij contact met de ‘Witte Brigade’ voor het overbrengen van gestrande piloten.

Dappere strijd
Om niet verrast te worden door de Duitsers had Pater Alphons een afspraak met de leken-portierster. Wanneer mensen bij het klooster aanbelden om de pater te spreken, moest zij
zeggen dat Pater Alphons voor onbepaalde tijd afwezig was. Maar op 19 juli 1944 ging het mis. Niet de leken-portierster, maar een kloosterzuster deed de deur open. Zij was niet op de hoogte van de afspraak. De bezoekers vroegen naar Pater Alphons. Nietsvermoedend zei de zuster dat zij de pater zou roepen.

Het bleek een noodlottige beslissing. De bezoekers waren mensen van de Sicherheits Dienst (SD). Ze arresteren de pater op staande voet. Hij werd afgevoerd naar het ‘Oranje Hotel’, de strafgevangenis in Scheveningen. Bij verhoren werd hij mishandeld en gemarteld. Pater Alphons sloeg ondanks alles niet door: hij noemde geen enkele naam van andere verzetsmensen.

Op 11 augustus 1944 om 21.00 uur werd Pater Alphons met 21 andere verzetsstrijders in Kamp Vught gefusilleerd. Hij is 45 jaar geworden.

Lees verder
Jacqueline Heck-van Haperen heeft het hulp van Oorlogsverhalen meer herinneringen aan Pater Alphons en de oorlog samen gebracht. Hier kan je meer lezen over het dappere verzet.