Menu

Openbare bibliotheek Nieuwstraat

Het verhaal

Ik herinner me nog Mejuffrouw Helene Raaijmakers, directrice van de Bibliotheek in de Nieuwstraat. Dit jaar is het honderd jaar geleden dat ze geboren werd. Geboren in Roosendaal op 12 oktober 1914. Het jaar dat de Eerste Wereldoorlog uitbrak.

De bibliotheek bestond uit twee woonhuizen waarvan in het ene huis op huisnummer 17 in de Nieuwstraat de jeugdafdeling gevestigd was. Daar stond het bureau van Mejuffrouw Raaijmakers van waaruit ze de jeugd in de gaten kon houden. Ze was streng, en dat moest ook wel, maar rechtvaardig. De boeken die ik uitzocht, werden door haar afgestempeld. En met een mooie vulpen schreef ze dan de uitleentijd op een kaartje. Dat kaartje moest je goed bewaren, want bij verlies kreeg je 5 cent boete. Tevens keek ze dan of er in geschreven was en of ezelsoren het boek ontsierden.

In het andere huis was de afdeling voor volwassenen in de voorkamer. Dat was op huisnummer 19. Een deur tussen de twee huizen gaf toegang tot alle vertrekken van de bibliotheek. En in de achterkamer van huis no. 19 was de leeszaal. Deze huizen staan er nog in de Nieuwstraat. Weliswaar is de doorgang tussen de twee huizen dicht gemaakt. Het zijn nu twee aparte woonhuizen.

Op de deur, die toegang gaf tot de leeszaal, stond geschreven “Stilte geboden!”. De houten vloer van de leeszaal bleek nogal wat irritatie op te leveren wanneer er een stoel verschoven of verzet werd. Met een venijnige blik richting de persoon die de stilte verbrak. Een blik van mensen die zaten te lezen of te studeren en gestoord werden. Ik probeerde altijd zo stil mogelijk de leeszaal binnen te gaan, weet ik wel. Maar een ongeluk zit een klein hoekje. Was het niet de klink van de deur, dan wel een stoel die opschudding veroorzaakte bij al die mensen van wie ik dacht dat het geleerden waren. Ik was zo’n jaar of twaalf toen ik wekelijks een stapel boeken ging halen in de bibliotheek. Dat was in de jaren vijftig, begin zestig. Boeken van Felix Timmermans, A.M. de Jong, Ernest Claes, Anne de Vries, Gaston Martens en Jan Nowee. Maar ook studieboeken over dieren en de natuur. Techniek kon me niet boeien. Het interesseerde me totaal niet. Tegen sluitingstijd kwam Mejuffrouw Raaijmakers stilletjes naar me toe en dan zei ze: “Manneke we gaan sluiten hoor, ge moet nou mooi naar huis toe gaan.”.

Mejuffrouw Raaijmakers was tot haar pensionering bibliothecaresse van de Openbare Bibliotheek Roosendaal. Ook was ze actief in de dialectgroep “Òòns Taoltje” van rederijkerskamer De Klaproos als informante. Met haar bijdrage “TAOLE” in 1983 werd ze bekroond in een dialectprijsvraag in Goirle. De slotzin in haar bijdrage “TAOLE” is de volgende :

“Want gelóóf mijn mar: ‘t Roosendaols is wijduit de makkelekste taol, en ok de schóónste.

Die omtouwde en praotte oew leve laank.”

Mejuffrouw Helene Raaijmakers is overleden te Roosendaal op 20 oktober 2003. Acht dagen na haar 89ste verjaardag. Ze ligt begraven op begraafplaats Zegestede. Op de grafsteen is een opengeslagen boek te zien en met wit op zwart geschreven letters “Bibliothecaresse”.

Zelf ben ik ook informant bij de dialectgroep Roosendaal “Òòns Taoltje”. Een keer per maand komen we samen in café De Drie Weesgegroetjes in de Molenstraat. Om ons “uiswaark” wat we gemaakt hebben te bespreken en na te kijken.

Foto: De leeszaal van de bibliotheek in de Nieuwstraat in 1940, collectie West-Brabants Archief.

Informatie
  • Gepubliceerd:
    26 juni 2017
  • Auteur:
    Cees Sep
  • Periode:
    1950 - 1959
  • Trefwoorden:
    Dialect
  • Dit verhaal speelt zich af in:
    Roosendaal
Openbare bibliotheek Nieuwstraat

Samen beleven we meer

Reacties op dit verhaal

Er zijn nog geen opmerkingen

Plaats zelf een reactie
over dit verhaal