Menu

Struikrovers

Het verhaal

Hoe koud en hunkerend

mijn kindervingers,

hoe nat van herfstmist

de kleren

als wij vanachter de haag

de bietenwagens begeerden

die, snelheid trekpaardengesjok, ons passeerden.

Vanuit de hinderlaag renden wij gehurkt de schamelwagen

achterna, sprongen op de opstap, hingen aan de achterklep

waarboven in de eerste bietenrijen als witte klinkers

de peeënkoppen aaneengesloten geslagen waren.

De gretige kindervingers peuterden vruchteloos

in dit witte cirkelsvlak. De nagels raspten pulp.

Zoet weeïge geur van biet en klei

verstopte onze neuzen en de harten

bonkten zo krachtig luid dat wij niet de boer

zijn klompen hoorden. Hij die ons

al in de hinderlaag ontwaard

en vroeg reeds van de bok gegleden

ons, nog bungelend aan de achterklep,

plotsklaps

geducht de huid vol schold

en met zijn wilgentwijg fel en telkens

glimlachend mis sloeg

terwijl wij over de klinkers rolden en

struikelend achter de haag weer

verdwenen.

Dan als alles rustig was

bonkten wel twee, drie bieten

achter ons op de grond.

Het kerstkonijn zou zoeter smaken

en wij waanden ons, krijgshaftig natte ogen,

de suikerrovers van de herfststraat.

Foto: De workshop ‘Lampionnetjes maken van suikerbieten’ voor kinderen door Eva en Alexandra Luijkx van Atelier DeLuxe op het voorplein van het Tongerlohuys tijdens het Roosendaals Treffen, E.A. de Rooij, collectie West-Brabants Archief.

Informatie
  • Gepubliceerd:
    19 juni 2017
  • Auteur:
    René Spruijt
  • Periode:
    1950 - 1959
  • Trefwoorden:
    Misdaad
  • Dit verhaal speelt zich af in:
    Roosendaal
Struikrovers

Samen beleven we meer

Reacties op dit verhaal

Er zijn nog geen opmerkingen

Plaats zelf een reactie
over dit verhaal