Het verhaal
Hij kreeg bloemen toen hij na jaren voorgoed terugkeerde naar het mooiste plekske op de wereld, Moerstraten. Kees Gommeren gaat er nooit meer weg.
Vader Gommeren was smid; Kees en zijn vijf jaar oudere broer Jan volgden hem op. ”Ons ma riep ons ’s morgens al vroeg uit bed. Dan stonden de boeren bij de hoefstal al te wachten met hun paarden. Het was zwaar werk, want paarden zijn sterk.”
Toch heeft hij nooit de praam gebruikt, een houtje met een lus dat om de bovenlip van het paard wordt geklemd en dan aangedraaid om her dier stil te krijgen. “Daar maak je zo’n dier alleen maar bang mee, dat vergeet zo’n beest niet.”
Kees was gelukkig ‘op Moerstraten’, hij speelde met zijn vriendjes in de boerenvelden en ging kilometers met ze op avontuur, tot in Steenbergen toe. Wat ouder ging hij naar de ambachtsschool, want Jan en hij namen immers de smidse over. Zo ging dat in die tijd.
Toen leerde hij de liefde van zijn leven kennen, Naantje. Met haar trok hij naar Bergen op Zoom, want daar konden ze een huis krijgen. Daar werden hun drie kinderen geboren. “Naantje en de kinderen konden goed aarden daar. Jawel, mee vastennavend een gordijntje voor.”
Maar Kees miste zijn dorp, zelfs al kwam hij er elke dag. Want hij blééf in Moerstraten zijn stiel uitoefenen.
Toen stierf Naantje, na 25 jaar huwelijk. De kinderen studeerden nog en gingen niet veel later definitief hun eigen weg. Kees bleef alleen achter in Bergen op Zoom.
Tot zijn jongste zoon hem ervan overtuigde dat Kees terug moest naar zijn dorpke. En zo keerde hij terug naar zijn ouderlijke woning aan de Moerstraatseweg. Daar slijt hij nu zijn laatste jaren. Hij gaat eens biljarten, vissen met zijn bootje en leeft tevreden te midden van al die mensen van wie hij zo verschrikkelijk veel houdt.
“De saamhorigheid hier, ze zijn allemaal zo met elkaar betrokken. Als de gordijnen ’s morgens niet opengaan, komen ze kijken wat er aan de hand is. Ik kwam terug van Amerika, daar woont mijn oudste zoon. Mijn God, wat was ik blij toen ik de kerktoren van Moerstraten weer zag.”
Het vuur van de smederij laait nog regelmatig op. Niet meer voor de grote boerenpaarden, maar nog wel het kleinere werk. De uitrit naast zijn huis wordt gesierd door een fraai smeedijzeren hek. Jawel, zelf gemaakt. Want Kees is smid, tot aan zijn dood.
Foto: Een luchtfoto van de Moerstraatseweg met de pastorie, de Heilige Theresiakerk en de Theresiaschool, rechts o.a. winkel van Kees Goossens, de smederij van Ko Gommeren en het café van Van Pul in 1950. Collectie: West-Brabants Archief.
Samen beleven we meer
Reacties op dit verhaal