Het verhaal
Middenstanders. Ze staan net onder de koningin en ver boven het ‘gewone volk¹. Zo heb ik het tenminste altijd begrepen. Bij mij thuis hadden ze een winkel, dus lange tijd behoorde ik ook tot die stand. Vandaar.
Middenstanders hebben zo hun eigen normen en waarden. En hun eigen gewoonten en eigenaardigheden. Zeker vroeger; ik spreek nu over zo¹n vijftig jaar geleden. Andere middenstanders werden bijvoorbeeld steevast oom en tante genoemd, ook al waren ze geen familie. Ze gingen natuurlijk allemaal bij elkaar naar de winkel. Daarom aten wij thuis altijd tot Pasen kerststol, want als wij tijdens de feestdagen naar de bakkers in de buurt gingen, kwamen zij ook bij ons in de winkel.
Nog zo’n middenstandse eigenaardigheid was het “op rekening” kopen. Zo hoefde ik alleen maar “zet maar op de rekening” te zeggen als ik om boodschappen werd gestuurd en dan mocht ik alles zo meenemen. De rolletjes plakband bij boekhandel Jansen in de Molenstraat bijvoorbeeld, of het halve melkbrood bij bakker Beijsen. Maar om een of andere onduidelijke reden golden die magische woorden niet voor soep…
Op een dag moest ik naar De Gruijter om een paar pakjes soep. “Wat voor soep?” vroeg ik braaf. “Doe maar wat”, zei mijn moeder. “Ja, maar wat voor soep”, dramde ik door. “Maakt niet uit, van alles wat. Schiet nou maar op.”
Bij De Gruijter aangekomen, pakte ik een mandje en begon in te laden. Tomatensoep, groentesoep, aspergesoep, erwtensoep, kippensoep, kervelsoep, bruinebonensoep, champignonsoep, tomatengroentesoep. Zo, dat waren de soepen van Honig. Daarnaast stonden de pakjes van Knorr. En daarnaast die van Maggi en California. En de Gruijter had natuurlijk ook een eigen merk.
Met een overvolle mand toog ik naar de kassa en gaf de juffrouw die daarachter zat het briefje van een rijksdaalder dat ik stevig in mijn knuistje had geklemd. Het bleek niet genoeg. “Weet je zeker dat je dat allemaal moest kopen, Katrien?” vroeg ze vriendelijk. Ik knikte. Ik had blijkbaar niet genoeg geld bij me. “Op rekening?” probeerde ik voorzichtig. Ze lachte en vroeg de hoofdcaissière om naar mij thuis te bellen.
Dat jaar aten we behalve kerststollen ook maanden aan een stuk soep uit een pakje. Mijn moeder had het sportief opgenomen en had alle soep betaald.
Samen beleven we meer
Reacties op dit verhaal