Het verhaal
Zo’n dertig jaar geleden deed ik de boekhouding van mijn antiekwinkel nog met de hand. Alles schreef ik in een simpel kasboekje met een inkomsten- en uitgavenkant. Geen ingewikkeld computerprogramma kwam er aan te pas.
De enige keus die ik had was die voor een groen of een bruin boekje, en doe ik mijn aankoop bij het grootwinkelbedrijf of de lokale kantoorboekhandel? Ik koos voor het laatste. Ik kon naar Verdult, Wortman of Kerremans. En omdat ik van geschiedenis en nostalgie houd, besloot ik de knusse winkel van Kerremans in de Raadhuisstraat te bezoeken. Deze winkel annex drukkerij werd gedreven door de drie gebroeders Kerremans. Zij vormden in hun grijze stofjassen een pittoresk gezelschap.
Zo had je een broer met een enorme bos krullen, die volgens “betrouwbare bronnen” de Zoeloe werd genoemd, een broer die in het onderwijs had gezeten wat je direct kon zien aan zijn intelligente blik en dan was er nog een derde die men de “wientschuiver” noemde door zijn typische zijdelingse tred die de indruk wekte dat hij altijd tegen een felle wind moest optornen.
De winkel was klein. Er stond een lange houten toonbank en daarachter tegen de muur stonden stellingkasten tot aan het plafond, vol met kantoorartikelen. Het rook er naar drukinkt en nieuwe schriften en je kon er van die mooie vulpennen kopen van Pelican en Montblanc.
Op het moment dat ik binnenkwam, waren er nog enkele klanten voor mij. Toen de winkelbel weer klonk, kwam ‘de Zoeloe’ tussen de schuifdeuren achter in de winkel tevoorschijn en was ik aan de beurt.
Ik vroeg hem of hij ook kasboeken verkocht en hij antwoordde bevestigend, tegelijkertijd kwam er een diepe frons in zijn gegroefde gelaat en hij wees met een bibberende vinger naar de allerhoogste plank van de kast en prevelde met een monotone stem: ”Die emme we wel, mar daor kunne we niet bij”.
Samen beleven we meer
Reacties op dit verhaal