Vernissage ‘Ons Rosendale’
Gedicht over ons Roosendaal, geïnspireerd door de tijdelijke tentoonstelling 'Ons Rosendale' in het Tongerlohuys
Vorige week las ik in de krant, BN DeStem, een stukje over een van de Roosendaalse iconen. De persoon, over wie het ging, was groenteboer en had op Kalsdonk zijn groenten- en fruitzaak. Omdat hij zijn koopwaar met luide en schreeuwerige stem aanbood, kreeg hij als bijnaam, Willem de Kwèèker. Zijn echte naam was Willem (Wim) Rijnkels.
Zijn gekwèèk heeft hij volgens mij geleerd bij zijn eerste baas, groenteman Jan Nelemans. Die had een groenten- en fruitzaak in de Valkenburgstraat hoek Rozenstraat. En deze Jan Nelemans werd Jan de Kwèèker genoemd. Hij kwam vroeger, eind 1960 begin 1970, aan huis met groenten- en fruitwagen. En liep dan door de straat, luid kwèèkend met schorre, hese stem, zijn kwaliteitsartikelen aan te bevelen.
Hij belde huis tot huis aan, zo ook op een dag bij ons in de Ranonkelstraat. Mijn dochtertje, toen acht jaar oud, deed de voordeur open. “Mama”, riep ze naar mijn echtgenote die boven bezig was, “het is Jan de Kwèèker”. En zo ging onze bijdehand verder tegen hem: “Mijn oma zei dat er pitten in de mandarijnen zaten, terwijl jij zei dat ze pitloos waren, en dat is niet eerlijk”.
“’k hoor dagge me kent”, zei Jan Nelemans heel gevat. Die was nogal wat commentaar gewend klaarblijkelijk, want hij kon er ook hartelijk mee lachen. We hadden in Roosendaal dus twee “Kwèèkers”.
Foto’s: Annie Rijnkels-van Zitteren
Samen beleven we meer
Reacties op dit verhaal