Het verhaal
Als ik over de snelweg uit
oost of west
de plaats nader,
in een geluidsgoot van verdacht bruin,
zwijgt mijn autoradio of gromt.
Ik wil dromen dat het lokale leven
kleurrijk wordt
door wat de grijze teletoren
over bewoners uitstort.
Erger nog,
als ik uit het noorden
naar de stad toe rijd
hoor ik hoe
vanaf grauwe industrieterreinen
klauwen uit stalen dozen
een eeuwenoude kapel
aan een schaduwrijke laan
blijvend verdringen;
toonbeeld van
stadse expansiedrift.
Vanuit het zuiden
een kerkdorp voorbij
over gloednieuw asfalt
langs maisvelden
door zinderende hitte
voorbij bosschages en vlakke waterkant
met blauwe luchten en groene bomen
gloort
een natuurrijk stadsgezicht.
Zo ligt mijn plaats, mijn geboortegrond
en later
nog mijn stervenslucht
als een onmogelijk gehucht,
dat ik levenslang
niet anders
dan liefhebben kan.
Foto: Renovatiewerkzaamheden wandel- en fietsbrug over de Watermolenbeek, tussen de Kroevenlaan en de Chaletberg. A.F.A.M. Gabriëls, collectie West-Brabants Archief.
Samen beleven we meer
Reacties op dit verhaal