Het verhaal
Zaterdag 14 september 2024 is het Open Monumentendag, met als thema ‘Erfgoed van routes, netwerken en verbindingen’. In de gemeente Roosendaal zijn weer tal van monumenten gratis opengesteld, waarvan sommige een duidelijk verband hebben met het thema, zoals het stationsgebouw en -emplacement. Zowel de voor Roosendaal zo belangrijke spoorverbinding als de ontwikkeling van Roosendaal door de tijd heen komen aan bod in de vaste presentatie van het museum het Tongerlohuys – dat zelf een Rijksmonument is.
Geschreven door: René Kools
Mensen en samenlevingen zijn altijd in beweging: in tijden van vrede en oorlog, voor pelgrimsreizen, handel en ontdekking, maar ook om van de ene plek naar de andere te gaan. Routes en (handels)netwerken ontstonden, wegen werden aangelegd, transportnetwerken werden uitgebouwd, nieuwe vervoersmiddelen en manieren van communicatie werden uitgevonden. Deze routes, netwerken en verbindingen blijven zich voortdurend ontwikkelen. Ze bevinden zich op het kruispunt tussen het verleden, heden en toekomst.
Een mooi thema voor Open Monumentendag 2024! Het ontstaan van Roosendaal kan gekoppeld worden aan dit thema. Juist onze behoefte aan het ‘op weg zijn’ -vroeger en nu- heeft ervoor gezorgd dat Roosendaal geworden is tot wat het nu is (en zich in de toekomst verder zal ontwikkelen). We lichten enige ontwikkelingen toe.
Historisch lint
In de dertiende eeuw wonen in de op dat moment moerassige contreien onze voorouders vooral op hoger gelegen droge gronden, de donken, in kleine buurtschappen. Op de donken wonen te weinig mensen om een eigen kerk of kapel te onderhouden, zodat ze in Nispen naar de kerk gaan. In die dagen is dat geen tocht zonder risico’s. Daarom steken de bewoners van Calvesdonc (Kalsdonk), Langdonc (Langdonk) en Hulsdonc (Hulsdonk) rond 1268 de koppen bij elkaar om te bereiken dat er een kapel wordt gebouwd op de plek waar nu de Sint Janskerk staat. Die toestemming wordt ook gegeven, er komt een kapel.
Met de bouw van de kapel worden ook de wegen aangelegd vanuit de buurtschappen naar de nieuwe kapel. Bij de kapel komen de wegen van en naar Kalsdonk, Langdonk en Hulsdonk samen. Die wegenstructuur is er nog steeds en maakt daarmee onderdeel uit van ‘het DNA van Roosendaal’.
- de Kalsdonksestraat-Hoogstraat-Molenstraat-Bloemenmarkt vanuit Kalsdonk;
- de Burgerhoutsestraat-Raadhuistraat vanuit Langdonk;
- de Hulsdonksestraat-Kade vanuit Hulsdonk.
Waar wegen samenkomen ontstaat vaak een markt, een plaats van samenkomst waar handelaren hun waren aanbieden en waar er gelegenheid is om in herbergen te verpozen. Een markt, vaak het middelpunt van een stad of dorp, is nog steeds een plaats bij uitstek van samenkomst en ontmoeting.
Ook is Roosendaal belangrijk voor de turfwinning en -handel. De turf wordt gewonnen op de moergronden ten zuiden van de plaats en wordt met scheepjes aangevoerd via de diverse turfvaarten naar de Turfberg. Deze turfvaarten -verbindingen over het water- zijn nog goed zichtbaar in het landschap. Vanuit de Turfberg wordt de turf verder verhandeld.
De komst van het spoor: verbinding met ‘de wereld’
We zetten nu een hele stap verder in de geschiedenis: in 1852 wordt een voor de ontwikkeling van Roosendaal belangrijke beslissing genomen. De spoorlijn van Antwerpen naar Rotterdam gaat via Roosendaal. In de jaren daarna volgen nog andere spoorlijnen in andere richtingen. Roosendaal wordt daarmee een spoorwegknooppunt. Als grensplaats is het een belangrijk station waar ook allerlei grensformaliteiten plaatsvinden. Het spoor trekt industrieën aan, er komen spoorweg- en douanewerknemers naar Roosendaal. De stad breidt uit: in de periode na 1850 worden diverse straten aangelegd en woningen gebouwd. Veel van ons monumentaal erfgoed dateert uit de periode na 1850. Ook wordt in 1907 een nieuw groot stationsgebouw in gebruik genomen, nog steeds een juweel van een complex.
Hoewel de status ‘spoorstad’ inmiddels wel verdwenen is, dankt Roosendaal zijn huidige vorm en status toch in belangrijke mate aan ‘de komst van het spoor’.
Autowegennet
Met de (op)komst van de auto zijn ook rond Roosendaal ‘rijkswegen’ aangelegd. Het eerste Rijkswegenplan dateert uit 1927 en is in de jaren daarna regelmatig herzien. In de jaren dertig van de vorige eeuw wordt de Ceintuurbaan ten zuiden van Roosendaal aangelegd, zodat het verkeer niet meer door de stad hoeft. In 1947 krijgt deze straat een nieuwe naam: Rondweg, later A58.
Ten westen van Roosendaal wordt begin jaren zestig de A17 aangelegd als verbinding tussen de A58 en de Moerdijkbrug. Met deze twee rijkswegen is Roosendaal ook goed bereikbaar met de auto.
Op welke wijze het rijkswegennet behoort of gaat behoren tot het erfgoed is nog onduidelijk, maar duidelijk is dat ook het wegennet onmiskenbaar een uitdrukking is van de ontwikkeling van Nederland in de twintigste eeuw, de eeuw waarin de auto ons leven, onze manier van verplaatsing enorm heeft veranderd. En met het wegennet zijn ook diverse ingenieuze ‘kunstwerken’ gerealiseerd, zoals bruggen, tunnels, viaducten, aquaducten en fly-overs.
Voor Roosendaal is de A58 in zekere zin een belemmering gebleken voor de verdere uitbouw van de stad vanaf de jaren zestig: er moest toen een ‘sprong over de weg’ gemaakt worden.
Hoe het vervoer zich in de toekomst gaat ontwikkelen; wie zal het zeggen? Dat het verandert, is daarentegen zeker. Misschien op een manier die we ons nu nog niet goed kunnen voorstellen. Eén ding is echter ook zeker: mensen blijven in beweging, hoe dan ook!
Meer lezen? Zie het artikel van René Kools over de ruimtelijke ontwikkeling van Roosendaal in het Jaarboek De Ghulden Roos 2018. Ghulden Roos Jaarboek 78 (2018) Beelden van Roosendaal – Tongerlohuys. Of bekijk het filmpje van het museum hieronder en ontdek wat Roosendaal allemaal heeft met het thema ‘Onderweg’.
Samen beleven we meer
Reacties op dit verhaal