Het verhaal
De tweede wereldoorlog begint voor het Noord-Brabantse Roosendaal met een Duits bombardement op zaterdag 11 mei 1940. Huizen en fabrieken worden verwoest en er vallen doden en gewonden. Bij de Duitse bezetting begint ook het verzet tegen de Duitsers in Roosendaal.
Janus en Toos zijn twee verzetsstrijders. Ze hebben regelmatig onderduikers in hun huis aan de Burgerhoutsestraat 10 in Roosendaal. Dit huis staat pal naast het park met de grote villa Mariahove, waar een Duitse stafeenheid zijn intrek heeft genomen. Regelmatig oefenen ze met hun onderduikers om zo snel mogelijk te kunnen vluchten bij dreigend gevaar, bijvoorbeeld door het kleine dakraam. Maar als het voor henzelf ook te gevaarlijk wordt, moeten zij, samen met hun onderduikers, onderduiken in de buitengebieden zoals Schijf.
Adrianus (Janus) van Haperen (1917-1991) -schuilnaam Pietje- onderneemt vanaf het begin van de oorlog, samen met zijn vriend Wim Nuijts, risicovolle acties bij de ondergrondse. Hij heeft als dekmantel een baantje bij de PNEM, de provinciale elektriciteitsmaatschappij. Daardoor krijgt hij een vrijstelling voor de Arbeitseinsatz.
Catharina (Toos) van Haperen-Haast (1920-2010) smokkelt voor de LKP, de landelijke knokploegen van het verzet, wapens en munitie onder haar kleding. Daarop staat de doodstraf. De wapens haalt ze met Janus op bij een fietsenwinkelier in Bosschenhoofd.

Trouwfoto van Janus van Haperen en Toos Haast (2 juni 1942)
14 juli 1944
Janus moes een Joodse vluchteling ophalen die ondergebracht zou worden bij hoofdonderwijzer Bastiaansen in het dorpje Schijf. De Joodse man verbleef nu nog in de stad Breda, maar dat was waarschijnlijk te gevaarlijk. Hij wordt opgehaald bij Apotheek Heidema in Breda. Apotheker Fritz Bicknese biedt hen een verfrissing aan, maar Janus zegt dat hij uit veiligheidsoverwegingen direct met de Joodse vluchteling wil vertrekken.
De Joodse man blijkt een pistool bij zich te dragen, dat hij aan Janus moet overhandigen. Het pistool zou later worden afgegeven bij het verzet in het dorpje Schijf. Janus doet de Joodse vluchteling ook nog voor hoe hij een kruisje kan slaan. Dat zou hij kunnen gebruiken om de Duitsers te misleiden van zijn Joods-zijn, als ze hem zouden aanhouden.

Apotheek Heidema, Wilhelminastraat 2 in Breda
Vervolgens vertrekken zij uit de apotheek en gaan door de bossen richting het onderduikadres in Schijf. Ze zijn nog maar net uit de apotheek vertrokken, als Heinrich Boere en Jacobus Bes, beiden Nederlandse SS’er van het Sonderkommando Feldmeier (onderdeel van Aktion Silbertanne) de apotheek binnenkomen. Zonder pardon wordt apotheker Frits Bicknese achter de toonbank door hen doodgeschoten.
In dagblad Trouw van 16 maart 2010 vertelt kleinzoon Maarten Bicknese uit Etten-Leur hoe zijn grootvader Frits is geëxecuteerd:
“Ik heb de verhoren uit 1946 gelezen. Het was heel duidelijk. Ze zijn beiden naar binnen gegaan in de apotheek. Er was een vrouw die aspirines kwam halen. Ze hebben even gewacht tot zij weg was. Toen vroeg Boere aan mijn grootvader: ’Bent u Fritz Bicknese?’ Nadat mijn grootvader dit had bevestigd, schoot Boere onmiddellijk drie of vier keer. De tweede dader is daarna naar voren gestapt en heeft ook nog een keer of drie gericht geschoten. Mijn grootvader was onmiddellijk dood. Er zijn ongeveer zeven patroonhulzen gevonden”.
“Van Fritz Bicknese, 56, vader van twaalf kinderen, was bekend dat hij niets van de Duitsers moest hebben. Om die reden was hij door de Duitsers geselecteerd voor de Silbertanne-moord. Bicknese was betrokken bij het verzet, bood onderdak aan onderduikers. De apotheker stond derde op een lijstje dat Boere en Bes die avond bij zich hadden.”

Frits Bicknese ergens in de jaren ’30 (familiearchief)
Lees verder
Dit is maar één van de vele herinneringen die Janus met zijn dochter Jacqueline Heck-van Haperen heeft gedeeld. Zij heeft de herinneringen met hulp van Oorlogsverhalen samengebracht en beschikbaar gesteld voor het grote publiek. Lees hier verder over buitgemaakte bonkaarten die werden verstopt in de plattebuiskachel, het heldhaftige verzet van Pater Alphons, vluchtlijnen en het opzetten van een geheime, internationale infrastructuur om onderduikers en vluchtelingen te helpen. En ontdek de rol van Janus bij de ontwikkeling van het Vrouwenhof na de Oorlog. Hij heeft in 1951 bijvoorbeeld Anton Pieck begeleid, die daar inspiratie op wilde doen voor De Efteling.
Samen beleven we meer
Reacties op dit verhaal