Het verhaal
Spijtig, spijtig, spijtig te R.
In alle nederigheid
excuses. Het spijt mij oprecht
maar dit gedicht is
geen waslijst van behaalde 2012 successen
geen gemeentespiegel waarin te zien wat
deze stad ontbeert:
een bezielende visie
een warme gloed
een spirituele vonk
een blik vooruit
een weids gebaar.
Het spijt me, ik wil u niet nekken.
Als besturen vullen is van lege plekken
in de stad of van lege winkels
en lege pleinen, voorwaar
dan valt hier besturen zwaar.
Deze stad is leeg en heeft:
geen Carré maar wel de Kring
geen rondweg maar een stadsring.
geen Fyra naar Anvers maar nog wel een boemeltrein
geen Vrijthof maar toch een Tongerloplein.
geen bossche bol maar wel een roosendaler
geen Eiffeltoren maar een telestraler.
geen Twééde Maasvlakte maar wel een Borchwerf vier
geen Duvel maar wel Arnulfusbier.
geen goud maar wel brons voor groen
geen pier maar een pracht Paviljoen.
geen Treeswijk Hoeve maar Den Dieje
geen Weber Shandwick maar een advertentie in België.
geen Hornbach maar wel een Praxis
geen Jan Kees de Jager maar Toine Theunis.
Zo heeft Roosendaal trots velerlei
al blijft het RMD-gebouw meldkamervrij.
De politiek treft hier geen blaam,
spraken strategisch Necker en Naem.
Wat klopt er wel in Roosendaal? Houtkever? Of sinterklaas?
De toetsen van een typmachine
dat in België staat?
Ons stadshart blijft angstvallig stil.
De patiënt dient gezwind naar het spreekuur bij
Franciscus, nu er nog chirurgen zijn.
Nee, nee…
BETER
Ga voorbij het treinstation over het rangeerperron
en prevel onderwijl uit uw Bart Derison
reflecteer aan de oevers van de Vliet en schrijf daar alsjeblief één visie als een bindlied.
Werp af dat Duojuk in desnoods een opiniestuk:
‘Egaal met Bergen’.
Laat u niet langer tergen
veeg ze plat; de Linssen.
Werk samen, win ze,
tot spijt van wie ’t benijdt.
Vermijd een tweede miskraam;
prijs Polman en wees waakzaam, Niederer
bewaak onze ruiten en glazen
want ook een netwerk kent veel mazen.
Ik wens u voor 2013:
De moed
het smalle niemandsland tussen procedures
en creativiteit
over te steken naar de bloeiende kant.
Daar ziet u de dichter: Heremijntijd,
ik ben uw nederige, smalle brug,
waar u het mee moet doen.
Excuses! Ik, smet op uw blazoen,
heb het in den beginnen al gezegd,
Het spijt mij oprecht.
Samen beleven we meer
Reacties op dit verhaal