Het verhaal
Vanaf 1948, het jaar dat Koningin Juliana haar moeder Koningin Wilhelmina opvolgde, tot 1954 was ik intern op St. Marie bij de Zusters Franciscanessen en leerling op het Sint Gertrudislyceum. Ik zat op de afdeling HBS b. Dat klinkt allemaal zwaar antiek. St. Marie heeft allang plaats gemaakt voor het winkelcentrum in de Molenstraat en het Gertrudis is al lang niet meer in het Schoolstraatje. Als Nederbelg, geboren in grensdorp Wuustwezel uit Nederlandse ouders kwam ik als meisje van twaalf jaar op uitdrukkelijk verlangen van mijn vader in Roosendaal terecht. Mijn vader had het Norbertus ´gedaan´ in Roosendaal. Hij is geboren op de Brembos in Nispen.
Na een aanpassingsperiode heb ik daar een zalige tijd gehad, onbezorgd en beschermd. Ten opzichte van België waren het internaat en de school heel vrij, al golden er ook strikte regels. We moesten, als internen, wel een uniform dragen. Eenmaal in de hogere klassen gezeten mochten we af en toe op zaterdag een paar uurtjes de stad in. Het eerste wat we dan deden was een zakje frites kopen en iets gaan drinken – geen alcohol natuurlijk – bij Hotel Restaurant Café Lockefeer op de Oude Markt. Later Big Ben en nu weer iets anders.
De Nieuwe Markt bestond nog niet. Dat waren toen weilanden: ‘de weien’ van Dekkers. Een enkele keer mochten we ook eens naar de Katholieke Kring. Soms gingen we wandelen naar Visdonk om in de herfst beukennootjes te zoeken en te rapen. ‘s Avonds in de recreatiekamer vochten we om de Katholieke Illustratie. Want daar stond een feuilleton in dat zich afspeelde op een kostschool. Met als toepasselijke titel ‘Moordenaar in habijt’. Als we gingen slapen, ging er een hele grote zuster mee als surveillant. Meer hadden we niet nodig om te griezelen. In die tijd gingen we nog elke dag naar de kerk. En bij het begin van het nieuwe schooljaar werd de H. Mis opgedragen ter ere van de Heilige Geest. Op het einde van het jaar werd dan als dank het Te Deum gezongen in de Kapel van de zusters.
Na het behalen van mijn diploma, ben ik Nederlands gaan studeren. Na deze studie heb ik ook nog les gegeven. Ik kan zo nog wel een tijdje doorgaan, maar ik wil besluiten met mijn grote dank aan al diegenen die hebben bijgedragen aan mijn goede en fijne opvoeding. Spijtig genoeg zal ik daarmee voor heel velen, op de eerste plaats mijn ouders natuurlijk, maar ook de school en het pensionaat, te laat zijn…
Samen beleven we meer
Reacties op dit verhaal