Menu

Kleurrijke allochtoon in Roosendaal

Het verhaal

Het is al weer een paar jaar geleden dat ik mijn intrek heb genomen in de gemeente Roosendaal. Ik wou eigenlijk in België gaan wonen, maar ik had geen zwart geld om de villa waar ik mijn zinnen op had gezet te bekostigen en na veel zoeken werd het Roosendaal.

Geen onaardige stad en de mensen zijn vriendelijk zolang de zon schijnt. Ja, het is mij opgevallen dat zodra de zon verdwijnt, verdwijnt de glimlach van vele gezichten. Ik woon nu al 28 jaar in Nederland en vroeger had ik er wel moeite mee, met al die chagrijnige koppen. Bibberend op hun fietsen, die je bijna omver willen fietsen als je niet snel genoeg van hun fietspad af gaat. Ik was natuurlijk lopend en dan wordt je als ‘aliën’ nagestaard. Maar nu weet ik beter, want ik ben zelf nu ook bijna een autochtone Nederlander die dikwijls ook met een chagrijnige kop rondloopt. Als het niet is vanwege de kou, dan is het wel omdat iemand zegt: “U heeft zo’n raar accent”. Maar ik blijf beleefd. Al valt het niet altijd mee.

Roosendaal is leuk en je maakt hier van alles mee. Ik woon in het middelste gedeelte van een lange straat die in drie delen is gesplitst. Ik heb veel jonge buren, die alleen maar goedendag zeggen omdat ik er misschien raar uitzie vanwege mijn om de paar weken andere kapsel. Dat kan alleen maar als je kroeshaar hebt, zoals ik. Je ziet ze af en toe op een kluitje staan roddelen, of is het alleen mijn verbeelding? Geintje!

Zoals ik al eerder zei, in Roosendaal maak je van alles mee. Zoals mijn eerste Sinterklaas een tijd geleden, in een speelgoedwinkel. Ik ging naar de winkel om voor mijn kleinzoon iets moois te kopen. Zoals iedereen weet, is het altijd moeilijk kiezen in zo´n speelgoedparadijs.

Ik voel me in mijn element in deze winkel en kom dan ook ogen tekort. Afijn, terwijl ik nog zo rondloop, komen er een jonge vader en moeder binnen gelopen met een baby in de kinderwagen. Ze waren nog geen twee tellen binnen of de baby begon te huilen en het werd steeds luider. De moeder was nergens te bekennen en de vader die bij de kinderwagen stond had een rood hoofd en hij keek niet zo blij. Ik dacht, ik kijk of ik even kan helpen, ik ben allochtoon en wij kunnen goed met baby’s omgaan. Ik liep schuchter naar de kinderwagen en keek er in, ik deed mijn mond open, om iets tegen de vader te zeggen, maar die kans kreeg ik niet. Hij zei keihard: ”Stom mens, wat moet je”. Ik sta stijf van de schrik, zijn vrouw komt om de hoek kijken en vraagt aan hem wat er aan de hand is. Hij zegt: “Dat stom wijf daar moet zich met haar eigen zaken bemoeien”. De moeder ontfermde zich over haar baby en ik wist niet hoe snel ik de winkel uit moest komen. Buiten slaakte ik een zucht van opluchting en zei tegen mezelf: “Zo, nu heb je kennis gemaakt met de Roosendaalse gemeenschap, hartelijke en vriendelijke mensen met de juiste woorden in de mond als ze zich bedreigd voelen door een ‘zwarte piet’.”

Ik heb inmiddels mijn plekje gevonden in Roosendaal, doe veel vrijwilligerswerk en ben ook aangesloten bij enkele platforms. Ik voel me niet meer dat rare stomme wijf, omdat ik een allochtoon ben die in Roosendaal woon. Die jongeman had gewoon een slechte dag en dat hebben wij allemaal wel eens.

Ik heb Roosendaal in mijn hart gesloten. Het is een leuke stad om te wonen, vooral als de zon schijnt. Hopelijk heeft mijn verhaal nu op vele gezichten een glimlach getoverd, omdat we allemaal van kleurrijk Roosendaal houden.

Informatie
  • Gepubliceerd:
    26 juni 2017
  • Auteur:
    Jacqueline Donderbroek
  • Periode:
    2000 - 2009
  • Dit verhaal speelt zich af in:
    Roosendaal

Samen beleven we meer

Reacties op dit verhaal

Er zijn nog geen opmerkingen

Plaats zelf een reactie
over dit verhaal