Menu

De tweede Vliettocht (1963)

Het verhaal

Deze tocht zouden wij nog lang in ons geheugen houden als een van de zwaarste en meest moeilijke van alle tochten. Wij hadden dat jaar meer mogelijkheden om te trainen op het ijs, als dat weer eens betrouwbaar was. Er was in de jaren 1955 een zwembad in Hoeven aangelegd en van het zand dat nodig was voor ophoging van de wallen was een grote roeivijver gemaakt met volop ruimte om de schaatskes onder te doen. Die zou er volop gaan komen, maar anders dan we hadden kunnen dromen.

Op het einde van het jaar 1962 was het voor de Kerst al gaan vriezen en hadden we al snel wat oefenijs tot onze beschikking, waar wij gretig gebruik van maakten. Er kwam al snel een berichtje in de krant dat er op zaterdag 12 januari weder dienend een Vliettocht gehouden zou worden. Maar helaas werd deze op het laatst nog afgeblazen wegens de sneeuwval en verschoven naar de volgende zaterdag. Achteraf bekeken had men dat beter niet kunnen doen; het zou nog slechter worden op die bewuste zaterdag.

Zo stonden wij beiden, mijn vriend en ik, die morgen nog te twijfelen of we wel op pad zouden gaan. Het had flink gesneeuwd en op de fiets naar Roosendaal was ook nog een opgave. Maar er zou misschien de komende jaren geen tocht meer komen. We gingen bij kennissen vragen of we even naar de organisatie van de tocht mogen bellen. Aan de andere kant van de lijn kon men ons bevestigen dat men bezig was de baan sneeuwvrij te maken en dat hij die namiddag gereden zou worden. Dus onze spullen gepakt en op de fiets glibberend naar de start. Er was gelukkig niet veel verkeer, zodat we zo nu en dan even van de grote weg gebruik konden maken. Toen wij aankwamen was het al wat meer gaan sneeuwen, en wij vroegen ons al af of hij weer niet uitgesteld zou worden. Maar nee hoor, we schreven ons in en met de stempelkaart goed ingepakt deden wij onze schaatsen aan -nog steeds onze trouwe Frieskes-, en gingen op pad.

Er waren zo te zien maar weinig deelnemers. Door de harde wind en de stuifsneeuw was het gezichtsvermogen zeer beperkt. Doordat de baan wel geveegd was maar telkens weer dicht waaide met sneeuw, was het uitkijken geblazen voor de scheuren. Bij de suikerfabriek had men rondom het wak, waar warm water uitkwam, een afrastering geplaatst. We hadden tot voorbij de grote bocht naar links altijd de wind recht van voren gehad. De stuifsneeuw was soms zo hevig dat de controleurs die bij het Gastels Veer en die bij het Bovensas om het half uur afgewisseld werden. Bovendien hadden wij bij het eerste controlepunt te horen gekregen dat de gehele tocht niet door kon gaan. Er zou alleen maar tot het Bovensas gereden kunnen worden wegens de nog steeds vallende sneeuw. Dat zouden nog tweeëntwintig hele zware kilometers worden, want het werd er niet gemakkelijker op.

Naast de baan die door een kleine sneeuwploeg getracht werd sneeuwvrij te krijgen, hoopten zich grote bergen op en verschillende keren maakten wij een duikeling. Gelukkig liep dat steeds goed af. Er was voor eventuele ernstige ongevallen een speciale pendeldienst met enkele auto’s opgezet die om beurten over de wal reden om de gekwetsten op te halen.

Het was ploeteren en dikwijls hard werken om niet van de baan afgeblazen te worden. Dan weer stond je naast je schaatsen en moest je ze weer opnieuw vastmaken, waardoor je vingers steeds kouder werden. Dan moest je weer een voorganger die wat langzamer reed voorzichtig voorbij rijden. Het moeilijkste was wel dat we zonder bril reden en geregeld onze ogen moesten schoonmaken. Toen wij het keerpunt bij het sas naderden kwam de zon nog even door het wolkendek en gaf het geheel een Siberisch aanzien. Het was bijna een sprookje en te mooi om dit niet meegemaakt te hebben. Plotseling trokken de wolken zich weer samen en waren de sneeuwvlokken niet van de lucht, en met een harde wind tegen kreeg je het gevoel alleen op de wereld te zijn met alle ellende.

Struikelend en half verdoofd van de kou kwamen we bij het controlepunt van het Bovensas aan. Beschut en een beetje uit de wind stonden de controleurs te wachten op de enkeling die uit het witte veld naderbij kwamen. Het waren net schimmen die helemaal uit het niets tevoorschijn kwamen. Het zou die dag niet druk worden, verzekerde men ons, velen hadden onderweg de pijp aan Maarten gegeven. Pech, een ongeluk of te moe om door te gaan. Velen waren tot het Gastels Veer gegaan en hadden met de ijzige wind in de rug de terugreis aanvaard. Nadat we onze kaart gestempeld hadden ging het met de wind wat gunstiger in de rug dan weer opzij richting Roosendaal. We probeerden om beurten bij elkaar uit de wind te rijden wat wel wat valpartijtjes gaf. Bij het Veer hadden wij de een na laatste controle. Daar was men nog blij dat er nog enkele rijders door kwamen. Doordat men de baan niet schoongemaakt kon houden, waren wij de pineut. Omdat we verder weggeweest waren, kwamen we dus ook weer later terug. Half schaatsend half struikelend bereikten wij het bruggetje van de Kade en was al snel het eindpunt in zicht.

Met onze verkleumde vingers probeerden wij onze schaatsen los te maken, hetgeen ook nog een heel karwei was. De veters waren door de sneeuw keihard bevroren. We melden ons in het café van Unen af en mochten ons nog even warmen aan de goed opgestookte kachel. De nieuw verworven medaille werd vol trots bekeken. We hadden er deze keer veel voor gedaan. Het was een tocht geweest die ons nog lang bij zal blijven. Er waren van de tweehonderd uitgereikte deelnemerskaarten maar honderdtwintig ingeleverd en meer dan de helft voor de korte afstand. De warmte van het café en de vermoeidheid ging ons parten spelen. We pakten onze jas die we onder het biljart gelegd hadden en gingen door de sneeuw naar huis. Dat was ook niet om naar huis te schrijven. Opgewaaide sneeuw, platgereden sporen die weer aan het aanvriezen waren, het was inmiddels al weer acht graden onder nul. Het was me wel een dagje. Heel traag en soms naast je fiets lopend kwamen wij bij onze woonplaats Bossenhoofd aan. Met een vriendelijk goedendag gingen wij uit elkaar en weer besloten wij de volgende keer ijs en weder dienend weer mee te doen. En aldus nam zo de tweede Vliettocht zijn einde en hadden wij als zandhazen weer een hele presentatie geleverd.

Informatie
  • Gepubliceerd:
    26 juni 2017
  • Auteur:
    J.G. Knappers
  • Periode:
    1960 - 1969
  • Trefwoorden:
    Sport
  • Dit verhaal speelt zich af in:
    Roosendaal

Samen beleven we meer

Reacties op dit verhaal

Er zijn nog geen opmerkingen

Plaats zelf een reactie
over dit verhaal