Het verhaal
Vanaf de tijd na de Tweede Wereldoorlog kan ik me nog alle winkeliers in het dorp Nispen voor de geest halen. Hoe deze mensen krabbelden om weer overeind te komen, hoe ze hun best deden om iedereen te gerieven, het waren gelukkige tijden.
De kruideniers, de bakkers en de melkboer bezorgden aan huis, vrijwel altijd met de fiets, soms met paard en wagen. Er moest vrij veel buiten de bebouwde kom worden bezorgd, waar bijna nergens de straten waren verhard, er was ook geen straatverlichting. De meeste klanten hadden ook geen telefoon, zodat vooral de kruidenier in het begin van de week de boodschappenbestelling kwam opnemen om het later in de week te bezorgen. Een petroleumboer zorgde ervoor, dat de petroleumlampen bleven branden. De kolenboer bracht de eierkolen, briketten en antraciet. Met een jutezak tot een cape gevouwen over zijn hoofd werden de zakken in de kolenhokken geleegd. Een vreselijk vuil beroep te meer niemand in die tijd over een douche beschikte. Regelmatig kwamen er ook ‘handelaars’ van buiten het dorp met uiteenlopende artikelen o.a. dekens, klompen, werkkleding en fournituren.
Het is onvoorstelbaar hoe de verkoop van met name de kruidenierswaren is veranderd. Er waren geen houdbaarheidsdata, vrijwel alles was onverpakt en moest worden afgewogen. Op alle flessen en potjes zat statiegeld. Er was geen plastic verpakkingsmateriaal en er was veel minder afval. Zeepartikelen werden verpakt in krantenpapier. Er waren overigens maar enkele merken. Persil is een van de weinige, die nog bestaan. De was werd met de hand gedaan, in de week gezet met soda, gekookt op de kachel ofwel met zachte zeep of met Sunlight. Daarna volgde de echte was met waspoeder en twee tot drie keer spoelen. Het is haast niet te geloven dat ik dit zelf nog heb gedaan.
Kaas en snijwaren werden gesneden en verpakt in boterhampapier. De keuze was niet zo groot, toch waren de mensen tevreden. Ik herinner me, hoe Sjef Stander dagelijks met de bakfiets van de Roosendaalse Melkfabriek ‘Het Anker’ de roomboter bij de winkeliers bracht. Nooit werd er geklaagd, alles kon.
In ons dorp was tot 1958 geen huisarts, de verkoop van drogisterijartikelen was erg groot. Vooral de Belgen haalden veel ‘geneesmiddelen’ op; Witte Kruispoeders, Aspirine, Rennies, Sloan en ‘Spannedrap’ (leukoplast) waren gewilde artikelen.
Ons dorp telde drie bakkers, twee melkboeren, een groentewinkel en zeven kruideniers en allemaal verdienden ze royaal hun boterham.
Er zijn zoveel herinneringen en gebeurtenissen, die mij m’n hele leven waarschijnlijk zullen bijblijven. Ik voel me een bevoorrecht mens, dat ik in die ‘goeie ouwe tijd’ mocht leven. Ik vind het prettig die veranderingen in de economie in de jaren zeventig te herinneren. Ook hierover is veel te schrijven voor de toekomst.
Foto: De Klokberg (de huidige Bergsebaan), gezien naar kom Nispen. Collectie West-Brabants Archief, uitgave Verhoeven.
Samen beleven we meer
Reacties op dit verhaal