Arie de Leur in het verzet

Het verhaal

Wim de Leur doet zijn familieverhaal eind 2024, naar aanleiding van de viering van 80 jaar bevrijding. Op 30 oktober 1944 is Roosendaal officieel bevrijd. Door het hele land worden in 2024 en 2025, tot en met de landelijke bevrijding op 5 mei, herdenkingen en vieringen gehouden. Dit is de aanleiding voor Wim om zijn familieverhaal te delen. 

 Bekijk hier het bidprentje van Wilhelmus Johannes Hermans (Roosendaal 1892-Roosendaal 1981), de grootvader en naamgever van de verteller van dit verhaal. 

Over Wim de Leur

Wim is vernoemd naar zijn grootvader Wilhelmus Johannes Hermans (1892-1981) en is in 1949 geboren in Sliedrecht. Nadat Wim in Papendrecht de mulo had afgerond, ging hij naar de kweekschool om tot onderwijzer opgeleid te worden. Hij zat in 1966 toevalligerwijs in de allereerste officiële havo-klas (het onderwijssysteem was vernieuwd), die was verbonden aan de kweekschool.

Nadat hij zijn hoofdakte als onderwijzer behaald had, ging hij in militaire dienst. In die periode heeft hij gevaren bij de Holland-America Lijn. Het was een tijd waarin hij veel gezien heeft. Na zijn diensttijd is hij alsnog onderwijzer geworden.

Na het behalen van zijn MO-diploma Nederlands in de avonduren, besloot hij het onderwijs vaarwel te zeggen en ging hij aan de slag bij de Archiefdienst Rotterdam als projectleider historische tentoonstellingen. Hij volgde in die jaren ook de opleiding aan de Rijksarchiefschool. Toch volgde later opnieuw een carrièreswitch. In 1983 is Wim namelijk bij het elektronicaconcern Siemens gaan werken als persvoorlichter.

Nadat hij in 1997 de viering van 150 jaar Siemens had mogen leiden in Berlijn, kreeg zijn carrière een versnelling. In 2000 werd hij lid van de directieraad Nederland en weer later bij het internationale bedrijf, dat toen 400.000 medewerkers had Hij eindigde zijn loopbaan als vicepresident van Siemens government affairs voor Noordwest-Europa. 

Roosendaal heeft de warmste plek in m’n hart

Wim heeft op meerdere manieren een band met Roosendaal. Er werd bijvoorbeeld binnen de familie over en weer gelogeerd. Hij herinnert zich bijvoorbeeld nog hoe oom Jacques (Jacques Hermans, een broer van zijn moeder) in Papendrecht kwam logeren en dan pontificaal zijn Jaguar in de straat in de arbeiderswijk parkeerde. Andersom kwam (en komt) Wim ook regelmatig naar Roosendaal.

Als gevolg van de Watersnoodramp (1953) logeerde hij enkele maanden bij zijn grootouders in Roosendaal. Papendrecht was namelijk een van de plaatsen die door het water getroffen waren. In Papendrecht waren twee dodelijke slachtoffers gevallen en in Sliedrecht één. Ook het huis van de familie De Leur stond onder water. Getroffen families werden doorgaans – indien mogelijk – bij familie ondergebracht. Zoals Wim het zegt: “Roosendaal heeft de warmste plek in m’n hart.” 

Wims moeder was afkomstig uit Roosendaal. Haar naam was Anna Maria Hermans, meestal Annie genoemd (geboren in Roosendaal op 29 februari, maar volgens de geboorteakte 1 maart 1924-30 oktober 2015). Zij was getrouwd met Arie Herman de Leur (geboren in Sliedrecht op 28 november 1923 en overleden in Papendrecht op 15 september 2021). Hij werd door zijn Brabantse familie altijd Harrie genoemd. Hier volgt hun verhaal, over hoe in troebel water toch de mooiste lelie kan opbloeien. 

Het verhaal over Arie de Leur in het verzet

Arie de Leur (1923-2021) had zijn wortels in Sliedrecht, waar zijn vader vandaan kwam. Hij was protestants en kwam uit een arbeidersgezin: zijn vader was metselaar van beroep en zijn moeder ging als jong meisje met een hondenkar met petroleum langs de deuren. Hij heeft in 1938 de Lagere Technische School (lts) afgerond en begon daarna, als vijftienjarige, in 1939 in Papendrecht als bankwerker bij Aviolanda. Deze ‘Maatschappij voor Vliegtuigbouw Aviolanda NV’ bouwde vliegtuigen en vliegtuigcarrosserieën en heeft bestaan van 1927 tot 1967. 

Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak en ook Nederland daarin verwikkeld raakte, ging het werk aanvankelijk gewoon door. Toen de oorlog uitbrak was Arie op 11 mei 1940 aan het werk. In zijn lunchpauze zag hij, samen met twee collega’s, vanaf het fabrieksterrein langs de Merwede het bombardement op Alblasserdam. Kort daarna sloot de fabriek de deuren, om eind mei 1940 weer te openen. 

Ook Arie raakte verwikkeld in de oorlog, aanvankelijk als ooggetuige. Op een dag zagen Arie en twee collega’s dat er over de Merwede langs de fabriek een enorme rijnaak voer waarop Belgische krijgsgevangenen stonden, dicht opeengepakt. Ter hoogte van Aviolanda sprongen er drie mannen af die probeerden te ontsnappen. Ze sprongen in het water, zwommen naar de kant en kwamen bij Arie en zijn collega’s aan de wal. De drie mannen gaven hun blauwe overalls aan de vluchtelingen, zodat de krijgsgevangenen onherkenbaar verder konden vluchten. Toen de drie mannen wegrenden, was er bijna geen woord gewisseld. Dit was een eerste kleine, maar veelbetekenende daad. 

Later is Arie actiever gaan deelnemen aan het verzet. Hij rolde er langzaam maar zeker in en begon met het smokkelen van tekeningen en het doorgeven van informatie aan het verzet. Hij is ook linecrosser geworden, een groep die Engelsen uit bezet gebied smokkelde en de rivier overzette. Zijn persoonlijke situatie maakte zijn positie nog meer precair. Hij had destijds verkering met Trien Aantjes, zus van Willem Aantjes, die later lid van de SS bleek te zijn geweest. 

Na D-Day (6 juni 1944) kondigde hij thuis zijn vertrek aan met de woorden: “Moeder, ik kom vanavond niet meer terug.” Hij vertrok in het donker en hij is ‘op een lijn’ gezet naar België. Via-via werd hij in Zottegem ondergebracht in het gezin van Jef de Ceuckelaire. Bij de kennismaking vroeg Jef waar Arie vandaan kwam. Sliedrecht bleek Jef niet te kennen en Papendrecht evenmin, maar Dordrecht kende hij wel. “Daar ben ik in mei ’40 van een boot gesprongen.” Arie kon het bijna niet geloven en vroeg: “Heb je daar misschien een blauwe overall gekregen?” Die vraag had Jef bepaald niet verwacht. “Hoe weet jij dat”, vroeg hij stomverbaasd. Arie zei alleen maar: “Mag ik dan mijn overall terug?” Na deze onwaarschijnlijke hereniging is er contact gebleven tussen de twee families tot ver na de oorlog. 

‘Dat is ze’

Arie is verder getrokken en heeft zich in Noord-Frankrijk in het plaatsje Albert (departement Somme) bij het Engelse leger aangesloten. Hij trok op naar Nederland en bevond zich in de voorhoede van de bevrijding. Tussen 26 en 30 oktober werden Roosendaal en de omliggende dorpen bevrijd. Toen ze eind 1944 tot in Noord-Brabant waren gevorderd, werd hij ingekwartierd in Roosendaal in hotel De Korenbeurs. Toen hij de allereerste keer bij het hotel kwam aanrijden, in een Engelse Jeep, zag hij achter het raam van het hotel een jonge vrouw een boek zitten lezen. Hij was op slag verliefd en dacht: ‘Dat is ze’. En wat bleek: het was wederzijds. 

Afbeelding 1. Arie de Leur als geallieerde militair, staand als derde van links. Gescande foto-afdruk. Privécollectie Wim de Leur. 

Afbeelding 2. Hotel De Korenbeurs rond 1939. Prentbriefkaart collectie Lemmens, nr. 1939-144, Erfgoedcentrum Tongerlohuys. 

Het hotel waar Arie werd ingekwartierd, Hotel De Korenbeurs aan de Markt nummer 9 in hartje Roosendaal, werd sinds 1936 uitgebaat door Willem Hermans en Cato Hermans-Nissink. Het pand zou lang in de familie blijven. In de volksmond werd het dan ook Café Hermans genoemd.

Het uiterlijk van het pand is kort na afloop van de Tweede Wereldoorlog ingrijpend veranderd, waardoor het er tegenwoordig anders uitziet. Om een indruk te krijgen van het aangezicht van het pand zoals het in 1944 was, moeten we dus de verbouwing wegdenken. In 1946 is er een tweede verdieping op het pand geplaatst. In 1944 was de eerste verdieping nog hetzelfde. Ook had het pand toen al een lijstgevel met een schilddak en op de begane grond zat al sinds 1918 het grote raamkozijn met de toegangsdeur aan de linker kant. Een ansichtkaart van omstreeks 1939 toont ons wat Arie zal hebben gezien toen hij in 1944 door het raam naar binnen keek en Annie zag zitten. 

Afbeelding 3. Arie was de allereerste die zijn geboortedorp Sliedrecht introk op 7 mei 1945 rond 11.30 uur. Op de foto staat hij als eerste van links. Gescande foto-afdruk. Privécollectie Wim de Leur. 

Annie en Arie waren op slag verliefd, maar de bevrijding ging voort en Arie moest verder. Hij trok op naar het noorden en hij was zelfs de eerste geallieerde militair in zijn eigen geboortedorp Sliedrecht. Toen de oorlog in mei 1945 voorbij was, is Arie direct naar Roosendaal teruggekomen en zijn ze zo snel mogelijk in Roosendaal verloofd.

Begin november 1945 liet het koppel, beiden net 21 jaar, in Roosendaal een verlovingsfoto maken (afbeelding 4). Maar hun ouders waren niet enthousiast. Zij waren aanvankelijk zelfs tegen het voorgenomen huwelijk. Het geloof, maar ook de sociale achtergronden verschilden nogal. Daarom is er een rechtszaak in Bergen op Zoom gevoerd om alsnog toestemming te krijgen om te mogen trouwen. Ook vader Willem Hermans moest daar verschijnen om zijn houding toe te lichten. Uiteindelijk bleek hij toegeeflijker dan haar moeder. 

Afbeelding 4. Verlovingsfoto van Arie de Leur en Anna Maria Hermans, gemaakt op 4 november 1945 door Foto Rembrandt, Roosendaal. Gescande foto-afdruk. Privécollectie Wim de Leur. 

De conclusie was dat ze mochten trouwen en zo stapten ze op 27 augustus 1946 in Sliedrecht in het huwelijksbootje. Vanwege de weerstand bij de families was bij het huwelijk uitsluitend Annies broer Jacques aanwezig. Ook na de huwelijkssluiting waren de schoonouders niet enthousiast. Het feit dat Annie uit ‘de grote stad’ Roosendaal kwam, zorgde in het kleine Sliedrecht voor frictie. Over de strijk-kwaliteiten van Annie zei haar schoonmoeder eens: “Je hebt ook niks aan zo’n stadse meid.” 

Ondanks de oorlogstijd en de stroeve start, is in het troebele water een prachtige lelie gegroeid. Voor hen gold het gezegde ‘ze leefden nog lang en gelukkig. Annie en Arie hebben een lang en immer gelukkig huwelijk gehad. Zij is 91 jaar oud geworden en hij 97 jaar. Vanaf hun trouwen hebben Annie en Arie in Papendrecht gewoond. Daar zijn Wim en zijn drie broers dan ook geboren. Arie was uiteindelijk de laatst overlevende linecrosser. De oorlog heeft ook Wim altijd beziggehouden. Zo was hij 15 jaar lang voorzitter van het 4 en 5 mei-comité in zijn woonplaats Papendrecht. 

De cirkel is rond

Het was de laatste wens van Arie om de as van Annie en hem samen in Roosendaal verstrooid te hebben. De verstrooiing gebeurde op een plek die voor het verliefde paar zo belangrijk was, namelijk de plaats waar ze hun eerste kus hebben gedeeld. Dat was in het Emile van Loonpark in hartje Roosendaal, destijds een groene oase in de grauwe naoorlogse tijd. Daar zijn ze ook na hun dood nog samen. Na dit ritueel hebben de nabestaanden nog gezamenlijk het glas geheven, wederom op een bijzondere plaats, namelijk in Café Hermans, nu sinds lang Het Wapen van Roosendaal, het pand waar de liefde op het eerste gezicht in 1944 ontstond. Daarmee is de cirkel rond. 

Wil je verder lezen?

Kom langs in ons Historisch Informatiepunt voor het boek ‘De Onvergetelijke uren: omzien naar de bevrijding‘.

Informatie
  • Gepubliceerd:
    14 februari 2025
  • Auteur:
    Tongerlohuys
  • Periode:
    1940 - 1949
  • Trefwoorden:
    WOII
  • Dit verhaal speelt zich af in:
    Roosendaal
Arie de Leur in het verzet

Samen beleven we meer

Reacties op dit verhaal

  1. Lex Vroling schreef
    op 14 februari 2025

    Wow, wat een opeenstapeling van toevallen…. En er was ooit iemand die zei: toeval bestaat niet…. Wat een ongelooflijk voorrecht Wim te kennen uit militaire dienst!

Plaats zelf een reactie
over dit verhaal