Het verhaal
Ik werkte bij melkboer Frans Thielen in de Valkenburgstraat. Groenteboer Luijten woonde in de St. Josephsstraat, dus lekker vlakbij. Ik was zo ongeveer vijftien jaar en zag elke keer met plezier paard en wagen langskomen. Een blonde kop haar op een knap gezicht, mijn dag kon dan niet meer stuk. Frans junior was en is nog steeds mijn vriend.
Elkaar groeten, dan samen een keer op de bok en later afspraakjes maken. Naar het Vrouwenhof, wandelen hand en hand en een eerste kusje. Na verschillende afspraakjes zijn we elkaar volledig uit het oog veloren. Bij Frans enkele vriendinnen verder en bij mij de nodige vriendjes (een mooie tijd) kwamen we elkaar weer tegen. We zijn niet meer bij elkaar weggegaan. We zijn in 1961 getrouwd in de Corneliskerk (Kezenkerk) en feesten deden we thuis. Dat was toen zo in die tijd.
Mijne man ging op de markt. Met een perfecte kraam met veel, lekker en mooie groenten en fruit, ’s maandags en ’s zaterdags op de oude Markt in Roosendaal.
Verder een kraam op d’n Oudenbosch en in Steenbergen. Een hoop gesjouw zonder de hulpmiddelen die we nu kennen. Samen hadden we daarnaast een groenten- en fruitwinkel op de Gastelseweg, naast Cor Danen de aannemer en huren deden we van Van der Vet van de VeGe winkel. Een contract van tien jaar.
Met het vakdiploma groenten en fruit op zak aan de slag. Vanuit de praktijk leerde ik de verdere achtergronden en theorie van al dat lekkers en hoe je dit ook commercieel moest aanpakken. Natuurlijk kende ik wel de namen en gebruiksmogelijkheden van al dat lekkers, maar al doende leerde ik het vak pas echt.
Uitgaan was biljarten bij zaal en café van Jan van Luik aan de Nispenseweg, later “de Witte Roos”. Althans de mannen, wij vrouwen zaten gezellig met elkaar te kletsen. Veel geld hadden we niet en het kwam maar al te goed uit dat schoonvader steeds in de buurt was als er afgerekend moest worden.
Toen in 1971 het huurcontract afliep zijn we uit Kalsdonk weggegaan en vonden een nieuwe woning in de Kroeven. De markten hielden we aan.
Een nieuwe tijd en andere mogelijkheden. Naast de markten, het gezin en huishoudelijke bezigheden kwam het voetbal op mijn pad. Een eerste contact met voetbalclub de Kroeven, voorloper van voetbalvereniging Alliance. Mannen- én vrouwenvoetbal. Waar hebben we het vandaag de dag toch over; het was er toen al. Zoveel thuis- en uitwedstrijden gespeeld, al waren de regels van het spel niet bij iedereen bekend. Wat ik weet is dat we een stikgoede achterhoede hadden. Oltje Luijten en Wies Maas (van slager Maas op de Markt) en ikzelf vormde een haast ondoordringbare achterhoede. Joke Hentenaar, een van de voorhoedespeelsters, was een goaltjesdief. Kinders altijd mee, ook naar de feestjes en mee naar carnaval. Altijd stikgezellig en veel plezier.
Het lijkt of de autoloze zondagen een beetje roet in het eten hebben gegooid. Langzaam werd het allemaal wat minder, een aflopende zaak. Tijdens een reünie van Alliance heb ik nog leutig na kunnen kletsen met verschillende meiden uit die bijzondere tijd.
Nu wonen we, erg naar ons zin en heel fijn, in Nispen. Maar ik zou zo terug naar Roosendaal gaan…
Roosendaal
Dit is de plaats waar ik thuis ben
De straten van Roosendaal zijn me bekend
Ik ben aan de taal van de mensen gewend
Samen beleven we meer
Reacties op dit verhaal