Het verhaal
In 1963 was de wereld voor de meeste Roosendaalse jongeren nog niet groter dan hun eigen stadje. Maar verderop gebeurden intussen zaken die de wereld op haar grondvesten zouden doen daveren. In Washington bijvoorbeeld maakte Martin Luther King zijn Vrijheidsmars en hij sprak er de onsterfelijke woorden ‘I had a dream’. Jeanne Wouters was erbij.
‘In 1963 was ik 21 en ik besloot dat ik na mijn studie voor onderwijzeres eens wat meer van de wereld wilde zien’. Na een strenge selectie kwam ze via de jongerenorganisatie YMCA in Newark terecht. Daar leidde ze acht weken lang een jeugdkamp. ‘Dat was heel bijzonder, want er waren niet alleen rijke blanke kinderen, maar ook heel arme kleurlingen. Dat was totaal nieuw voor mij, want dat kenden we hier toch helemaal niet.‘
Na het jeugdkamp maakte ze samen met een andere Nederlander en nog wat Europeanen een rondreis langs steden als New York, Boston en Washington. In die laatste stad was eind augustus van dat jaar de grote en misschien wel beroemdste betoging ooit: De Vrijheidsmars, met voorop Martin Luther King. De later vermoorde zwarte dominee liet op vredelievende manier zien dat kleurlingen geen tweederangs burgers waren. Veel blanke Amerikanen dachten daar anders zover. ‘Onze leiding bijvoorbeeld zei dat we daar maar niet naartoe moesten gaan. Nee, we moesten maar liever de beroemde begraafplaats Arlington bezoeken. Maar dat hebben we dus niet gedaan. We zijn meegelopen met Martin Luther King, zonder te beseffen wat voor een impact die man en zijn mars zouden hebben op de wereldgeschiedenis.’
Nu, 45 jaar later, denkt Jeanne nog regelmatig aan Martin Luther King. Ze werkt in Roosendaal als vrijwilligster bij Vluchtelingenwerk. ‘Er is al veel ten goede veranderd, maar we zijn er nog steeds niet.’
Samen beleven we meer
Reacties op dit verhaal