Menu

Roosendaal honderd jaar spoorstad

Het verhaal

Op 9 juli 1852 werd in Brussel een traktaat gesloten tussen de regeringen van België en Nederland, om zo spoedig mogelijk “ijzeren spoorwegen” aan te leggen ter verbinding van beide landen. De concessie werd overgedragen aan de heer Gilhoul te Brussel. Hij stichtte een maatschappij met de naam: Grande Centrale Belge. Het beginkapitaal was 12,5 miljoen Belgische Francs. Dat was 6,25 miljoen gulden in Nederlands geld. De Britse ingenieur George Stephenson wordt de eerste die met een voertuig reed, dat door stoom werd voortbewogen in het jaar 1814. Uitvinder van de stoommachine is James Wath. De locomotief trok vijf keer haar eigen gewicht en reed ca. 25 km per uur. Er kwamen veel klachten en bezwaren binnen. Het polderbestuur vreesde voor het wegzakken van de dijken door het stampen van de trein. De koeien die in de weiden graasden, zouden minder of geen melk meer gaan geven, aldus de veehouders. En de molenaars dachten dat alles in brand zou vliegen door het vuur uit de locomotief.

Toen Nederland onder het bestuur van Napoleon kwam (1810 -1830) werden er twee straatwegen aangelegd. Van Antwerpen naar Breda en van Amsterdam naar Utrecht. Goed bekend stond, om zijn goed geregelde dienst met diligences, de firma Van Gend en Loos. Het bedrijf vervoerde passagiers en goederen en het kantoorgebouw stond tegenover het station in onze stad. De wegen in die tijd waren diepe karrensporen, welke nog niet eens overal even breed waren. Het gevolg was, dat de postkoetsen met een andere wagenbreedte de karrensporen soms niet konden berijden.

Het tweede vervoermiddel was de trekschuit. De trekschuit met passagiers, van Amsterdam naar Leiden, deed er 15 uur over. En de reis per postkoets van Amsterdam naar Arnhem duurde 19 uur, bijvoorbeeld.

Op 20 september 1839 werd de eerste spoorlijn geopend door de Hollandse IJzeren Spoorweg Maatschappij (H.IJ.S.). De eerste trein in Nederland zag er zo uit!: Locomotief, 1e klas coupé (rood), 2e klas coupé (groen), 3e klas coupé (blauw).

Roosendaal was toen een boerendorp met 6541 inwoners. Een lijmkokerij waar vijf mensen werkten. Een pianofabriek met vier mensen. De Koninklijke Pianofabriek was van de firma Lieshout en gevestigd op de Boulevard-hoek-Wilhelminastraat. Er was een school in Roosendaal met 120 leerlingen. In Nispen gingen 72 kinderen naar school. De gemeente gaf in dat jaar 268,20 gulden uit aan onderwijs. Een jaar al na de spoorwegverbinding (1855) groeit de industrie langzaam met onder andere een scheepstimmerwerf, een steenbakkerij, twee oliemolens, drie graanmolens, maar liefst zes brouwerijen, zeven leerlooierijen en drie mandenmakers. Al met al was er werk voor de toch al arme bevolking van Roosendaal.

L.J. Schoonheijt was burgemeester van 1851-1893 in Roosendaal. Naar hem is de ook de Burgemeester Schoonheijtstraat vernoemd. Van 1893-1932 was het burgemeester A.L. Coenen. Naar hem is het Burgemeester Coenenpark vernoemd. En in 1954 woonden er 34.500 mensen in Roosendaal. De industrie groeide verder. Veel nieuwe fabrieken kwamen erbij, zoals Philips, borstelfabriek VERO, koekjesfabrieken LIGA en Van Den Brink , Red Band en de Suikerfabriek. Ook veel kleine zelfstandige ondernemers, zoals bakkers, slagers, elektra- en loodgieters bedrijfjes, timmer- en houtbewerkingbedrijfjes enz. In elke straat waren er wel één of meerdere bakkers of slagers te vinden. Ambachtslui die hun werk goed moesten doen, vanwege de concurrentie.

Duizenden mensen uit Roosendaal en de wijde omtrek vonden werk in onze stad. Een groot deel van de groei en bloei was te danken aan burgemeester Mr. Dr. Claudius Prinsen. Burgemeester van 1932 tot 1942 en van 1944 tot 1947. Van 1942 tot 1944 zat er een onderbreking in door de Duitse bezetting. Hoewel hij later burgemeester van Breda werd, wilde hij toch in Roosendaal begraven worden. NSB’er Jaques Daems heerste gevreesd van 1942 tot 1944 als ‘burgemeester’!

Burgemeester A.M. Freijters (1948-1959) zegt: “Roosendaal heeft, het verheugt mij dat ik hier eens kan vaststellen, zijn groei en bloei aan de spoorwegen te danken.”. En zo gaat hij verder: “Roosendaal gaat een groots en prachtig feestvieren dat een internationaal karakter gaat dragen.”. Hij hoopt dat velen uit binnen- en buitenland in de periode van 23 juni 1954 tot 5 juli 1954 de weg naar Roosendaal zullen vinden. Vooral veel Belgen kwamen winkelen en om te feesten met “Roosendaal 100 jaar Spoorstad”. Heel de stad kleurde oranje en met nationale vlaggen rood, wit en blauw. Zelf heb ik nog in een schoolelftal mogen voetballen op de velden van het Vrouwenhof tijdens een schoolvoetbaltoernooi. Ik kan me de festiviteiten nog goed herinneren. In dat jaar kon men vier keer per dag vanuit Roosendaal naar Antwerpen vertrekken.

Dat het een belangrijke gebeurtenis was, blijkt wel dat alle mensen vlaggen uit moesten hangen indien ze die hadden. Er waren nogal wat Roosendalers hoor die een vlag hadden. En dennenboompjes voor hun huis zetten of planten. De spoorfeesten werden dinsdag 22 juni 1954 ingeluid met een solemnele avondmis in de Sint Antoniuskerk in de Brugstraat en een herdenkingsdienst in de Nederlands-hervormde kerk. Woensdagochtend om 8.00 uur was er 5 minuten lang klokgelui. Het feestprogramma met elke dag van dinsdag 22 juni 1954 tot maandag 5 juli 1954 als volgt : Zang, sportdagen, ontvangst Nederlandse en Belgische autoriteiten, optochten en circusvoorstellingen, politie-interland op voetbalstadion De Luiten, interland korfbaltoernooi, braderie, douaneschaaktoernooi, defilé door de commando ̓s, vier dagen kruisboogtoernooien en een amateurwielerronde op de Kade.

Maandag 5 juli 1954 was de officiële sluiting van het feest om 22.00 uur in de feesttent. Afgelopen was het met feesten en het normale leven kon weer gewoon verder.

Volgend jaar (2014) vieren we 160 jaar Roosendaal Spoorstad. Maar dan zeker niet op de wijze van “net als toen”!

Foto: De viering van honderd jaar spoorstad Roosendaal in 1954; genodigden rijden met Napoleontische postkoets van Van Gend en Loos en autotreintje door de Brugstraat, ANP, collectie West-Brabants Archief.

Informatie
  • Gepubliceerd:
    26 juni 2017
  • Auteur:
    Cees Sep
  • Periode:
    1950 - 1959
  • Dit verhaal speelt zich af in:
    Roosendaal

Samen beleven we meer

Reacties op dit verhaal

Er zijn nog geen opmerkingen

Plaats zelf een reactie
over dit verhaal