Het verhaal
Kende geen vreemde talen,
Mocht amper lagere school afmaken,
Slim en huiverig,
Zichzelf omhoog gewerkt.
Door ziekte zijn zaak verlaten,
In zijn afwezigheid zouden vrienden helpen,
Kwam terug,
Niets was er meer te lijmen.
Op een dag koffers gepakt,
Elders verlangden ze toch naar de hardwerkers,
Belandde in Roosendaal,
Negentien negenenzestig het jaartal.
Er waren meerderen,
Vonden onderdak in een klooster,
Waar vroeger nonnen zaten,
In de Kloosterstraat.
Met massa’s mensen gingen ze werken,
Geen acht uur,
Nee,
Wel veel meer,
Ze waren geliefd,
Ondanks dat ze de taal niet spraken,
Met handen en voeten ging het toen ook wel,
Zoveel werk te verzetten,
Gedachte speelde terug te kunnen gaan,
Later als er genoeg geld zou zijn,
Vergat wel een ding,
Dat niets blijft stil staan,
In de jaren tachtig begon het al,
Nu minder van belang,
Zo velen kwamen op straat,
Begrepen er niets meer van,
Een verslechterde gezondheid,
Klopte aan hier en daar,
Met gebrekkig Nederlands,
De laatste in de rij,
Het pension in zicht,
Grote blijdschap,
Nu kon de rust worden gevonden,
Zonder al die pennenstrijd,
AOW was niet genoeg,
Om rond te kunnen komen,
Was immers later,
Op Nederlandse bodem,
Met pijn in het hart,
Moest bij instanties aankloppen,
Vond het niet kunnen,
Jaren later toch weer niet,
Pakte koffers opnieuw,
Ging naar de geboorteplek,
Dat was thuis…
Was het!
Daar waren ze op hun beurt nieuwsgierig,
Wat moesten mensen terug,
Stukjes grond die zij nog bezaten,
Werden heel snel afhandig gemaakt.
Teleurstelling heel groot,
Vreemdelingen op eigen grond,
Al die wolven waren ze zat,
Wisten niet meer hoe en wat.
Samen beleven we meer
Reacties op dit verhaal