Het verhaal
Waar is die mooie speelse kindertijd gebleven,
dat we als volkje van Kalsdonk waren geweven,
in onze onschuld, spelend op straat en het kerkplein.
Met fantasie volle spelletjes, meer dan een dozijn.
De Sint Georgeschool was een jongensschool.
En na school tijd voetbalden we op het kerkplein,
speelden het spel in een vriendschappelijk welzijn.
och, het ging er gemoedelijk aan toe, heel frivool.
Van de grote mensen wereld wisten we niet veel.
We kregen les van meesters die zeer structureel,
ons zooitje baldadige jongens hielden onder de duim.
Doch van tijd tot tijd kregen we ook wel een pluim.
De Heilig Hartschool was een meisjesschool,
daar hielden alleen nonnen de touwtjes strak.
Op hun manier kregen zij de meisjes wel mak.
Stelregel, orde en tucht, zo luidde het parool.
De kerk en de scholen maakten de dienst uit,
in onze soms berucht bekend staande buurt.
Iedereen kende elkaar van naam en stemgeluid,
in onze gemoedelijke en gezellige volksbuurt.
Kalsdonk, na de oorlog een buurt in volle bloei.
Langzaam begon de wijk aan een gezonde groei.
Bouw plannen werden er volop gesmeed,
zodat werken konden worden aanbesteed.
1948: begonnen werd met bouwen in de Kroningswijk.
De droom van vele huizen zoekers werd werkelijkheid.
Kalsdonk werd groter mede dankzij de Philipsvestiging.
Dat gebeuren bezorgde in de wijk een ware kentering.
Het eerste winkelcentrum diende zich in 1950 aan,
het kopen in het centrum van de stad was gedaan.
Kruidenier, bakker, kapper, slager en sigarenzaak,
kopen op Kalsdonk was vanaf die tijd altijd raak.
De schoenmaker, de kleermaker en de melkboer.
Laatst genoemde deed iedere dag zijn toer.
Trouw kwam hij met zijn paard en melkwagen,
deur aan deur, om melk bestellingen op te vragen.
Ook de groenteboer liet zich niet onbetuigd,
met zijn paard en kar soms feestelijk opgetuigd.
Gekletter van paardenhoeven op de kasseien,
waarna de edele dieren alles rustig lieten betijen.
Het café van Piet de Paus, nee niet die van Rome,
tegenover de H. Hartkerk, iedereen was daar wellekome.
Bekend in de hele omtrek voor handels en zakenlui.
Maar ook voor burgers, boeren en ambachtslui.
De Parklaan met rozenbottelstruiken in het plantsoen,
Eikenbomen, vijver en gras, kleurrijk in elk seizoen.
Leraren, doctoren en fabrikanten woonden daar.
Toegegeven, het zogenaamde je van het, zowaar.
Nu presenteren er zich andere bevolkingsgroepen,
die zich als gastarbeiders voelen geroepen.
Maar met een gewirwar van andere culturen,
is het dikwijls moeilijk voor leiders om te besturen.
Foto: Een kindheidsprocessie van de Heilig Hart parochie in 1946, collectie West-Brabants Archief.
Samen beleven we meer
Reacties op dit verhaal